And they do what they can (over Wilders)
And they do what they can
in de flatlands of Holland
(Melanie Safka : Poem)
Neem nu even Wilders
verbeten zwíjgend
als men hem eens confronteert
met wat hij aanricht
en dit land onteert.
In Den Haag gehoord
invloed en het hoogste woord
zonder
verantwoordelijkheid
dan of straks
met zijn weerzinwekkend zegje
zo ‘gedoogsteun’ gevend.
Het failliet laat hij niet zien
maar hij maakt het zelf
(nu of op termijn).
Over recht en plichten (s)preekt hij
maar niet die van hem
monden snoerend
wrakend, wrákend, wraakend
als men hém wat vraagt.
Dat is immers recht:
als men te nadrukkelijk vraagt
wat hij het volk heeft gezegd
dan zwijgt die geestesarme stakker
politieke makker
van wat nu Regering heet.
Dit is dus de held
1.2 miljoen stemmers
hebben hem gemaakt.
Maar het blijft toch een gargouille
die zeer gedecideerd met al zijn nonsens
alles maar geen water braakt.
Vraag die man in Godsnaam niet
– hij die álles op Holland zet –
waarom hij
(een Limbo immers) niet
en Islamieten wél
moeten worden uitgezet.